In het kader van het bijenproject langs het Bels Lijntje zal op 14 juni een heel speciaal bijenhotel worden geopend bij het Spoorhuis aan Weelde-Statie.
De kinderen van de basisschool uit Weelde, ‘t Spoor, zullen samen met de schepen Jef van de Pol het bij het Spoorhuis geplaatste bijenhotel openen en wel op 14 juni.
Bloemen- en bijenlint Bels Lijntje.
Dit natuurvriendelijke evenement vindt plaats in het kader van het project Bloemen- en bijenlint Bels Lijntje.
Bij het Spoorhuis zijn informatieve bijen-voorlichtingsborden geplaatst. Via deze borden leer je meer over de terugkeer van de slangenkruidbij die op het slangenkruid vliegt (zie foto boven). Gelukkig staat er bij het Spoorhuis tussen het perron en het fietspad BL weer van dat kruid en hoopt men nu ook op de overvloedige terugkeer van de bijensoort, want zonder bijen ….. is er binnen 2 jaar geen leven meer mogelijk voor de mens op Moeder Aarde.
Meer over het bijenlintproject: http://www.belslijntje.com/category/bijenlint-nieuws/
Fauna en flora aan Weelde Statie
Gelegen op de Belgisch-Nederlandse grens was enkele decennia geleden nog een plek met een zeer rijke flora en fauna. Dat kwam vooral door het zeer schrale karakter van het 40 ha grote voormalige stations- en rangeerterrein. De zandige en kalkarme grond van het terrein werd ten dele overdekt met een dunne laag kalkrijk kolengruis.
Begin jaren 1980 werden in het gebied dan ook nog 187 plantensoorten geteld, waaronder zeldzaamheden zoals kranssalie, slangenkruid, liggende klaver, kleine pimpernel, kleine steentijm, kleine en gestreepte leeuwenbek, viltganzerik, sikkelklaver en slanke mantelanjer. Maar ook fraaie delen met allerlei geelbloeiende toortsen, tapijten met zandblauwtjes, bloeiende meidoorns, bramen en verspreid appel- en perenbomen maakten het terrein visueel aantrekkelijk. Ook de vogels, levendbarende hagedissen en een twintigtal dagvlindersoorten waaronder de kleine parelmoervlinder werden in dezelfde tijd geïnventariseerd. Van de bijen werden door Theo Peeters en anderen eind jaren 1980 meer dan 70 soorten vastgesteld met enkele zeldzame soorten zoals de blauwe ertsbij, zuidelijke bronsgroefbij en slangenkruidbij.
Professor Victor Westhoff schreef na een bezoek in juni 1993: ‘Wanneer een terrein als dit aan zijn lot wordt overgelaten, zal het op den duur dichtgroeien met bos en daardoor zijn waarde verliezen. Opslag van houtgewassen dient daarom periodiek verwijderd te worden’. Westhoff kreeg gelijk want inmiddels hebben allerlei ruigtekruiden, struiken en bomen het terrein veroverd en zijn schrale en open nestplekjes nauwelijks nog te vinden. Tijd om het tij te keren