Toen midden juni de Ravelse boeren aan de alarmbel trokken wegens het erg natte voorjaar was nog niet erg duidelijk hoe ernstig de situatie was.
Eindelijk kunnen ze, half september, een raming maken van de geleden schade in onze gemeente.
132 dossiers.
In totaal dienden 132 Ravelse landbouwers een dossier om een tegemoetkoming te kunnen krijgen van het rampenfonds. Het gaat hierbij in totaal over 838 percelen die min of meer zwaar getroffen zijn.
De belangrijkste teelten die schade ondervonden zijn de maïsvelden met 490 percelen ruim de helft van de getroffen percelen uitmaken.
Ook graslanden werden getroffen (142 percelen) en aardappelen met 139 percelen hadden het zwaar te verduren.
Als we deze cijfers bekijken in functie van de oppervlakte komen we tot een oppervlakte van 2.105 ha, met de maïsteelt die ook hier het grootste slachtoffer is met 1.119 ha, gevolgd door de aardappelteelt met 425 ha en grasland met 369 ha.
Wachten op erkenning door ministerraad.
Het is tot op heden uiterst moeilijk om bedragen op deze getallen te kleven omdat die pas kunnen worden berekend na een eventuele erkenning als ramp. De schattingscommissie moet nog één dag op stap, dan zijn alle percelen een tweede maal bezocht en kan het finale verslag worden opgesteld. Er waren geruchten dat vorige vrijdag een beslissing zou worden genomen in de ministerraad maar omdat er nog geen verklaringen zijn gekomen zou dit wat voorbarig kunnen zijn.
Het is echter wel duidelijk dat de schade aanzienlijk is. De schade per hectare varieert van enkele honderden euro’s tot € 4.500 al naar gelang de teelt op het perceel dat werd getroffen. Voor grasteelt is nu eenmaal minder opvolging vereist dan voor aardappelen.
Als we er nog maar van uitgaan dat er gemiddeld € 1.500 schade is aan 2.105 ha is de optelsom snel gemaakt. Dit maakt dat de schade voor de Ravelse boeren oploopt tot meer dan 3,1 miljoen euro. Om het in onze oude Belse frankskes uit te rekenen zou dat maar eventjes 126.300.000 Bef zijn geweest.
Naar alle waarschijnlijkheid zal de schade echter een stuk hoger uitvallen omwille van de grote oppervlakte aan aardappelen en maïs die door de langdurige regenval werden vernield.