
Wie onlangs bij het fietsen via Zuid-Heikant in Weelde vanaf de Gemeentelijke werkplaatsen naar de Schootseweg fietste heeft het wellicht al opgemerkt.
Alle bomen hebben een plastic jasje gekregen…. of toch een sjaaltje.
Gemeentebomen moeten helpen om het probleem op te lossen.


Vanuit de gemeentelijke werkplaatsen is het initiatief gekomen om deze aanpak te proberen om de verspreiding van de processierups tegen te gaan. De bedoeling is om de karavaan rupsen tegen te houden bij hun verhuis naar de volgende boom om te worden kaal gevreten.
Het is natuurlijk geen totaal oplossing voor het probleem, de rupsen verplaatsen zich 's nachts, op zoek naar voedsel, waarbij zij in lange stroken dicht bij elkaar voortkruipen, wat doet denken aan een processie van mensen. Overdag keren de rupsen terug naar hun nesten. De rupsen eten eikenbladeren, met als zichtbaar gevolg kaalgevreten eikenbomen. Droge winters en droge, warme zomers stimuleren de ontwikkeling van de rups. Er bestaan natuurlijke vijanden van de rupsen zoals de sluipvliegen en de grote poppenrover maar die komen meestal in meer bosrijke omgevingen voor.
Brandharen - gevolgen


Niet alle personen zijn even gevoelig voor de brandharen.
In zeldzame gevallen kunnen andere verschijnselen ontstaan, namelijk braken, duizeligheid en koorts.
De rupsen hoeven niet te worden aangeraakt om in contact te komen met de brandharen. De haartjes verspreiden zich met de wind en kunnen zo in contact komen met wandelaars of fietsers. De haren verschijnen vanaf ongeveer half mei tot eind juni op de rupsen. De haren blijven ook na het vertrek van de rupsen in de nesten, die aan de stammen en dikke takken hangen, aanwezig. Na jaren kunnen deze nesten bij aanraking nog overlast veroorzaken.
Ook dieren, met name honden, kunnen last hebben van de brandharen van de rups.
