Af en toe krijgen we stukjes proza binnen die te mooi zijn om zomaar links te laten liggen. Gisteren kwam dit op ons bureau terecht.....
Ik ben van de generatie die aan de buis gekluisterd zat voor series als James Herriot.
Het hart van een dierenvriend kon niet anders dan luid gaan kloppen als je een dier in nood zag en de gewone helden kwamen door weer en wind in het holst van de nacht over donkere, modderige en gladde wegen aanrijden om nog net op tijd het lijden te verhelpen.
Met modder tot in hun oren vechtend voor paarden met koliek of het redden van een half verdronken kitten. Het maakte niet uit. Het was duidelijk. Hoe stoer ze ook deden, grotere dierenvrienden waren er niet en ze zagen het als hun roeping om er alles aan te doen om te geven wat ze nodig hadden.
De start van onze viervoeter was moeilijk met zoveel pijn veroorzaakt door een mens. En diezelfde soort bracht hem tot drie keer terug naar het asiel omdat hij niet helemaal "perfect" zou zijn met een verbrijzeld pootje. Nog geen vier maanden oud en al zoveel meegemaakt.
Hij keek me met grote verwachtingsvolle ogen aan onderweg naar huis: Ga jij me geen pijn doen? Mag ik bij jou wel blijven? Een enorme verlatingsangst zorgde ervoor dat ik nog geen tel uit het zich kon zijn zonder een klagend gejank, maar heel langzaam aan, met iedere dag hele kleine stapjes en soms wat grotere achteruit, won ik zijn vertrouwen dat hij niet meer in de steek gelaten zou worden.
Toch had de slechte start littekens achter gelaten. Nieuwe dingen, weg van huis, andere mensen, onverwachte gebeurtenissen en andere honden: alles riep stress op. Veel stress, want juist toen het zo belangrijk was dat iemand hem hielp al die dingen te begrijpen, lieten ze hem allemaal vallen. Die littekens bleven, maar werden in de loop der jaren wat vervaagd, maar alleen rust in een vertrouwde omgeving kon hem bedaren als de stress was toegeslagen.
De pijn aan zijn poot heeft hem nooit beperkt in zijn hond zijn - integendeel, we hielden regelmatig ons hart vast, maar de ervaringen met dierenartsen en het vasthouden worden voor de vele onderzoeken, zorgde wel voor een diepe angst en zijn enige antwoord daarop was vechten tot hij weer los geraakte. Zelfs knuffelen heeft een paar jaar gekost voordat hij begreep dat dat iets fijns was en geen vrijheidsberoving gekoppeld aan nog meer pijn.
Er is een moment geweest, dat ik dacht dat het voor hem beter zou zijn als hij een baasje had die geen beperkingen had. Iemand die uren met hem kon ronddolen in de bossen. Maar dat moment was maar kort, toen ik me realiseerde dat die anderen niet begrepen wat hij nodig had om de geweldige hond te worden van wie ik wist dat die in hem zat. Het heeft me mijn laatste "goede" jaren gekost, maar het was de juiste beslissing.
En wat had ik gelijk. Hij groeide uit tot een prachtige, trouwe, ondeugende kameraad die maar twee dingen belangrijk vond.
Heel dicht bij ons zijn, het liefst in zijn vertrouwde omgeving, en tja.. eten...
Omdat mijn wereld klein is, was zijn wereld dat ook. Maar we pasten ons aan elkaar aan. De stuiterbal veranderde onmiddellijk in een rustige hulphond zodra hij vastgezet werd aan de rolstoel om samen een wandeling te maken. En toen zijn poot het niet meer aan kon om helemaal naar het bos te gaan, hielden we het bij een rondje in de buurt. Hij genoot van alles, zolang we maar samen waren.
Naarmate mijn energieniveau zakte en ook die wandelingetjes nog maar weinig voorkwamen, was samen scharrelen in de tuin, het opveren uit zijn mand waard.
Klussen met zijn andere baasje: nog zo'n heerlijk tijdverdrijf. Praktisch was anders.
Ik kende mijn hond en ik had hem één ding beloofd: als het tijd werd om te gaan, zou ik ervoor zorgen dat hij dat rustig kon doen, zonder stress in zijn eigen vertrouwde omgeving. Geen gesleep meer, geen getrek. Hij had al meer dan genoeg mee gemaakt en verdiende een warm en rustig einde.
Wij waren alleen zo naïef om te denken dat alle dierenartsen James Herriot zijn. Dat dierenartsen anders zijn dan mensenartsen: dat ze bovenal dierenvriend zijn. Ze niet als cliënten zien maar als wezens die het beste verdienen omdat ze zich aan ons hebben aangepast. Alles voor hun welzijn. Hoe dan ook. Door wind en wind. Modder. Gladde wegen. Nacht of weekend. Wat er ook voor nodig is - ze zouden er zijn.
Maar het was weekend - en James Herriot is dood. En dus wilde er niemand komen.
Niemand had iets kunnen doen om zijn dood te voorkomen. Maar iemand had met een simpel spuitje wel kunnen voorkomen, dat hij met pijn en stress urenlang overgeleverd was aan een lijf dat langzaam ophield te functioneren. Hij had niet meer op hoeven te staan om vervolgens overspoeld te worden door een helse pijn waardoor weer een deel van zijn functioneren uit viel.
Ja, we hadden alsnog kunnen proberen om hem in de auto te laden en hem in een kille praktijk op een koude tafel te leggen ondanks alle pijn die dat veroorzaakt zou hebben en de immense stress die er nog eens bovenop was gekomen. Misschien had zijn lijf zelfs dat niet meer gered en was hij stilletjes onderweg weggezakt, eenzaam achterin de kofferbak. Was hij daar bij gebaat? Nee. Wij? Nee.
Hij stierf - omringd door onze armen - in zijn eigen vertrouwde, warme mand. Maar wel na een helse strijd, die hij niet verdiende en die met een simpel - menselijk gebaar - achterwege had kunnen blijven.
Maar James Herriot is dood
Onze trouwe viervoeter ook.